Een string interpoleren

Bash:
Een string interpoleren

Hoe te:

Bash strings werken goed samen met variabelen. Laat een variabele in een string vallen met enkele krullende haakjes, en je bent klaar.

name="World"
greeting="Hallo, ${name}!"
echo $greeting

Uitvoer:

Hallo, Wereld!

Bash zegt, “Houd het flexibel.” Verander name, en je groet volgt vanzelf.

name="Bash Pros"
greeting="Hallo, ${name}!"
echo $greeting

Uitvoer:

Hallo, Bash Pros!

Diepere Duik

Vroeger plakten programmeurs strings aan elkaar met concatenatie. Het werd rommelig. Stringinterpolatie kwam als een superheld om de code schoner en leesbaarder te maken.

Bash, in tegenstelling tot sommige andere talen, maakt zich niet druk—gewoon een dollarteken en wat haakjes. Andere talen doen het met speciale syntaxis of functies. In Bash gaat het allemaal om die haakjes en af en toe een escapeteken als je je chique voelt.

Enkele alternatieven? Zeker, je kunt concatenatie gebruiken of echo zonder haakjes als je niets complex doet. Maar waarom genoegen nemen?

Wat betreft implementatie, wanneer Bash ${} ziet, pakt het de variabelewaarde en wisselt deze in, geen vragen gesteld. Dit zorgt ervoor dat wat je ziet (in je code) is wat je krijgt (in je uitvoer).

Zie Ook

Voor meer over stringmagie: