Swift:
Een debugger gebruiken
Hoe te:
Om de debugger in Xcode (de IDE voor Swift) te gebruiken, kun je breakpoints instellen, variabelen inspecteren en expressies volgen. Hier is een voorbeeld:
func vindFactorial(van nummer: Int) -> Int {
if nummer == 0 {
return 1
}
return nummer * vindFactorial(van: nummer - 1)
}
let resultaat = vindFactorial(van: 5)
print(resultaat)
Stel een breakpoint in door links van een regelnummer in Xcode te klikken, en draai het programma. Wanneer het bij de breakpoint komt, pauzeert Xcode de uitvoering. Nu kun je:
- De waarden van variabelen controleren.
- Overstappen (de volgende regel uitvoeren) of instappen (binnen een functie gaan) met de debugger-bedieningselementen.
- Expressies toevoegen aan de ‘watch list’ om veranderingen in specifieke variabelen of constanten te monitoren.
Hier is wat je misschien ziet in het debuggebied:
(lldb) po nummer
5
(lldb) po resultaat
120
Diepe Duik:
Debuggers zijn deel van het programmeerlandschap sinds de jaren 1940, geëvolueerd van simpele breakpointsystemen naar complexe, UI-gestuurde ervaringen. Andere opties naast de ingebouwde debugger van Xcode omvatten tools van derden zoals LLDB (Low Level Debugger) die Xcode onder de motorkap gebruikt. Sommige mensen debuggen zelfs met print()
statements (liefkozend “caveman debugging” genoemd), maar dit is minder efficiënt voor grote projecten of complexe bugs. Wanneer je een debugger gebruikt, jongleer je met uitvoeringscontrole, runtime-introspectie en datamanipulatie. Een diep begrip van deze principes gaat een lange weg in efficiënt debuggen.